Suske en Wiske 80 jaar: Deel 2 - De eerste pennenstreken

De oorlogsjaren zijn zwaar. Zeker voor iemand die zijn carrière als striptekenaar nog moet opbouwen. Maar Willy Vandersteen geeft niet op. Na omzwervingen als beeldhouwer, houtbewerker en illustrator voor warenhuizen, kiest hij voor het striptekenen. Papier is schaars en media liggen onder een vergrootglas bij de bezetter. Desondanks weet hij zijn verhalen onder te brengen bij verschillende weekbladen en uitgeverijen. Zijn talent blijft niet onopgemerkt.

Het begin van een legendarische samenwerking

In de herfst van 1944 klopt Vandersteen, op aanraden van zijn scoutsvriend Stan Govaerts, aan bij NV Standaard Boekhandel, destijds een groot uitgeversconcern. Volgens zijn eigen verhalen kwam hij daar met een uitgewerkt idee aanzetten voor Suske en Wiske. Maar in werkelijkheid bood hij vermoedelijk eerder zichzelf aan dan een kant-en-klare reeks. De uitgeverij geeft hem in eerste instantie dan ook vooral kleinere tekenopdrachten. Al gauw raakt Vandersteen bevriend met Wim Goderis, onderdirecteur van NV Standaard Boekhandel. Hij is uiteindelijk van grote waarde geweest. Een klankbord, maar ook aandrager van vele ideeën. Goderis heeft een verzameling Amerikaanse comic strips, waar Vandersteen inspiratie uit haalt. Maar ook het eerst in de krant publiceren van een strip en daarna als album in de winkels te koop aanbieden, komt mede van Goderis.

Rikki een Kuifje-kloon?

Proefcover Rikki SpeurderZoals je ongetwijfeld weet, begint het allemaal met Rikki en Wiske. Suske is er nog niet bij. Vandersteen heeft altijd beweerd dat de naam Rikki achter zijn rug om door de uitgeverij bedacht is. Het lijkt er echter sterk op dat naam en personage gewoon vanuit hem zelf zijn gekomen, of op z'n minst in goed overleg met de uitgeverij zijn gebruikt. Medio jaren '90 wordt er namelijk op de studio een opmerkelijke proefcover gevonden: De avonturen van Rikki en Pukki, en de subtitel Rikki Speurder. Gesigneerd met 'Wil', rond 1944 Vandersteens pseudoniem. Op die cover staan krabbels met de alternatieve namen Koen en Wiske en Koen en Smoutje. Het toont invloeden van Hergé's Kuifje, die in die tijd al razend populair is: Rikki met een transistorradio en een rotspartij, net als in De Zwarte Rotsen. Het moge duidelijk zijn wie de grote inspirator is voor Vandersteen.

⭢ De originele aquareltekening van de Rikki Speurder-cover is in 2013 geveild bij veilinghuis Bernaerts voor maar liefst €40.000 inclusief veilingkosten.

Bert de lustige trekkerIn 1944, dus voor Rikki en Wiske, publiceert hij op de achterpagina van het jeugdweekblad De Rakker een gagstrip: Bert de lustige trekker, over een sportieve jongeman die met zijn rugzak door de natuur rondtrekt, die duidelijke gelijkenissen met Rikki toont. Misschien is Rikki uiteindelijk wel een kruising geworden van Kuifje en Bert.

De naam Wiske ontleent hij aan de Antwerpse zangeres Ludovica Ghijs, die in de jaren ’20 en ’30 optreedt als Louisa of Wieske Ghijs en van wie Vandersteens moeder een bewonderaar was. Overigens duikt de naam 'Koen' op de proefcover tweemaal op. Opvallend, aangezien de zoon van Wim Goderis Koen heet.

Rikki is Wiskes grote broer. Een stoere bokser, avontuurlijk en onverschrokken. Eigenlijk zoals Willy Vandersteen zelf wil zijn. Wiske is het kleine meisje, onafscheidelijk van haar voddenpopje Schalulleke (vanaf 1965 omgedoopt tot Schanulleke). Op 30 maart 1945 verschijnt de allereerste aflevering van De avonturen van Rikki en Wiske in De Nieuwe Standaard. Een dagelijkse vervolgstrip is geboren en een stukje geschiedenis wordt geschreven.

De eerste strook van Rikki en Wiske (30 maart 1945)

Maar Rikki vertoont té veel gelijkenissen met Kuifje. Niet alleen zijn uiterlijk, maar ook het personage en de verhaallijn. Sterker nog, er komen diverse elementen voor die zo uit oude ongekleurde Kuifje-albums als De scepter van Ottokar lijken te komen. Bovendien maakt de familieband tussen Rikki en Wiske het moeilijk om hun avonturen echt spannend te maken. De tekenstijl van Rikki en Wiske zit dichter op de zogenaamde klare lijn à la Kuifje dan Suske en Wiske. Het verhaal ademt ook een politieke sfeer, typerend voor de nasleep van de oorlog. Al bevatten de eerste Suske en Wiske-verhalen ook politieke elementen, daar vormen ze nooit de kern. Die avonturen zijn luchtiger, fantasierijker - bijna Disney-achtig. Rikki en Wiske had zo uit de pen van Hergé kunnen komen. En precies daarom moet Rikki plaatsmaken voor een nieuw personage…

Van Rikki naar Suske

Gedurende het Rikki en Wiske-verhaal is Vandersteen nog steeds zoekende naar het juiste concept, al zijn de lezers in de krant enthousiast. Of het nu Vandersteen zelf is of de uitgeverij die de knoop doorhakt, er moest iets nieuws komen. Een gelijkwaardig vriendje voor Wiske, oftewel: Suske. Van Rikki zijn later nog allerlei schetsen opgedoken, maar van Suske ontbreekt elk spoor van voorstudies. Zijn eerste verschijning op de aankondiging oogt nogal anders dan zijn latere verschijning in het verhaal - alsof hij halsoverkop is bedacht. De naam 'Suske' komt van zijn vader Francis, die vaak Sus wordt genoemd. In tegenstelling tot Rikki, is Suske géén familie. En dat is een bewuste keuze: zonder ouders of verwanten hebben de twee kinderen alle vrijheid om op avontuur te gaan. Geen ouderlijke rem, alleen hun vriendschap telt. En, laten we eerlijk zijn, Suske en Wiske bekt ook gewoon beter dan Rikki en Wiske – net als Rikki en Pukki op die oude cover. Alles aan de nieuwe reeks voelt losser. Suske en Wiske is niet zomaar een vervolg, het is een compleet nieuwe strip.

Op 19 december 1945 is er een nieuw begin: Suske en Wiske - Op het eiland Amoras. Rikki wordt op de aankondigingsstrook van Op het eiland Amoras handig uit de reeks geschreven - zogenaamd omdat hij moet aanschuiven voor een schoenenbon. Suske zien we overigens niet meteen, want hij woont op Amoras, waar Wiske met haar tante Sidonie en de verstrooide professor Barabas een avontuur beleeft. Hij verschijnt op 25 januari 1946, wanneer hij Wiske redt van de verdrinkingsdood. Vanaf dat moment zijn ze onafscheidelijk en is een iconisch stripduo geboren...

De aankondiging van Suske en Wiske - Op het eiland Amoras (19 december 1945)

Met Op het eiland Amoras zet Vandersteen een andere toon neer. Geen politiek realisme zoals bij Rikki en Wiske, maar humor, fantasie en kolder. De introductie van professor Barabas met zijn belangrijkste uitvindingen de Teletijdmachine en de Gyronef opent de deur naar tijdreizen en surrealistische avonturen.

Suske wordt al snel een onmisbaar lid van zijn nieuwe vriendengroep. Samen met tante Sidonie en professor Barabas verlaat hij het eiland Amoras en keren ze terug naar de beschaafde wereld - al laat Vandersteen Suske nog wel enkele verhalen in zijn primitieve Amoras-broekje rondlopen. Kort na het avontuur op Amoras volgt De Sprietatoom, waarin Lambik zijn opwachting maakt - de klungelige, komische tegenhanger binnen het gezelschap. In 1953 verschijnt Jerom in De Dolle Musketiers, met zijn oerkracht waarmee hij diverse avonturen tot een goed einde kan brengen.

Een snelgroeiend universum

Vandersteens imperium groeit medio jaren '40 enorm hard. In 1946 ligt het album van Rikki en Wiske in de Belgische winkels, voor 36 Frank (€ 0,89). Diezelfde periode debuteert ook De Familie Snoek. De eerste gag staat drie dagen na de aankondiging van Suske en Wiske in De Nieuwe Standaard.

Toch is het misschien wel een relatief onbekende strip die het meest intrigeert: Poppy et Maggy. In het Franstalige kindertijdschrift Le Petit Monde verschijnen tussen oktober 1946 en januari 1947 twee avonturen van dit duo. Poppy en Maggy – een jongen en een meisje die als twee druppels water op elkaar lijken, afgezien van het kapsel – doen sterk denken aan Suske en Wiske. Zelfs hun namen vormen zo'n vlot klinkend duo. Twee scoutskinderen op avontuur in de jungle, het had zo in De vliegende aap of De Zwarte Madam gepast. Eigenlijk toont het aan dat Vandersteen in die tijd nog geen duidelijk pad heeft uitgestippeld. Hij neemt vrij rap afscheid van Poppy et Maggy, die daarna nog door anderen wordt gemaakt.

Poppy et Maggy - elementen die ook voorkomen in o.a. De Zwarte Madam, De vliegende aap en De tamtamkloppers

Geïnspireerd op wat hij leest in de Amerikaanse comic strips van zijn vriend Wim Goderis, maakt hij voor het weekblad Ons Volk tal van realistische strips. Sommige elementen kopieert hij naar Suske en Wiske (zoals de Teletijdmachine), maar het brengt hem vooral inzichten om niet alleen maar slapstick-achtige en onsamenhangende verhalen te produceren. Grappen voeren nu minder de boventoon en staan meer in dienst van het verhaal, bijvoorbeeld in De koning drinkt, Prinses Zagemeel en De mottenvanger.

Fragmenten uit realistische strips van Vandersteen die ook in Suske en Wiske zijn gebruikt

Meer weten?

Wil je meer lezen over de doorbraak van Vandersteens stripcarrière? Lees dan zeker de Van Hooydonck biografie uit 1994, maar ook de zeven magazines van De Tuf-Tuf-Club (1997-2001) en het eind 2024 verschenen boek Memorabilia - De vintage jaren. Ze bieden een boeiende inkijk in de creatieve doorbraak van Vlaanderens grootste stripmaker. 

Met dank aan Sebastiaan Krijnen.

----------

De Suske en Wiske-albums zijn als een tijdcapsule. Van mode en interieur tot de evolutie van de tekenstijl - elk album weerspiegelt zijn tijdperk. En laten we de talloze uitgaven en merchandise niet vergeten die in de afgelopen tachtig jaar zijn verschenen.

In dit jubileumjaar nemen we je mee op een bijzondere reis. Aan de hand van verschillende thema’s gaan we met de Teletijdmachine terug in de tijd, dwars door tachtig jaar Suske en Wiske!

Deel 1: Ze vieren het elke dag
Deel 2: De eerste pennenstreken

Gerelateerd nieuws