De prachtige personages: Lambik

De evolutie van Lambik - zo werd Lambik door de jaren heen getekend

Hoewel de reeks Suske en Wiske heet zou het gerust 'De avonturen van Lambik, Suske en Wiske' kunnen heten, want eígenlijk is het Lambik die de show steelt. Sterker nog, in 1955 en 1956 zijn de vier Franstalige blauwe reeks-albums uitgebracht onder de naam 'Mr Lambique, Bob et Bobette'.

Herkomst van de naam Lambik

Lambik wil het liefst Mijnheer Lambik genoemd wordenEr zijn schetsen van Lambik uit de periode 1944/1945. Hij heet dan nog Pukkel. De naam Lambik heeft Vandersteen ontleed aan het biersoort 'Gueuze Lambic'. In de oude Nederlandse albums wordt zijn naam als Lambiek geschreven. Jerom noemt hem vaak afgekort 'Bik', terwijl hij door Sidonia of Wiske ook wel liefkozend 'Bikske' wordt genoemd. Hijzelf wil toch het liefst 'Mijnheer Lambik' genoemd worden.

Het eerste optreden van Lambik

In het derde verhaal, De sprietatoom, duikt Lambik voor het eerst op. Een verstrooide man die uit een holle boom kruipt en wegrent van Suske en Wiske. Later stelt hij zich vanuit een elektriciteitsmast voor. Hij is loodgieter detective en in dienst bij professor Barabas.

De eerste ontmoeting met Lambik, in De sprietatoom (20-6-1946)

De eerste ontmoeting met Lambik, in De sprietatoom (20-6-1946).

Een kale kop met zes sprieten

Er zijn twee personen die genoemd worden waar Lambiks uiterlijk op gebaseerd kan zijn: de Franse acteur Fernard Charpin en het personage Detective Quimby (gespeeld door Hugh Herbert) uit de film Hellzapoppin'. Toch zijn dit theorieën. Vandersteen heeft er zelf nooit iets over verklaard.

De Prachtige Personages - Lambik

In de eerste verhalen ziet Lambik er uit als een wat oudere man (gedurende de jaren wordt zijn hoofd steeds ronder en minder rimpelig) met een wat gezet postuur (in de blauwe reeks is hij atletischer), een snor (die later minder zichtbaar werd) en een kaal hoofd met sprieten aan de zijkant. In De sprietatoom en De vliegende aap heeft hij nog wel wat haar boven zijn oren, maar vanaf De Zwarte Madam zijn het slechts drie sprieten per kant. Als kind had Lambik wel degelijk een bos haar. In De sterrenplukkers is de kleine Lambik blond, in De 7 Schaken heeft hij een rosse kop.

In de eerste verhalen draagt hij meestal een kostuum met zwarte bolhoed. In Het zingende nijlpaard zien we dat hij zelfs een kast vol bolhoeden heeft. Zijn kenmerkende zwarte broek met daarop een wit overhemd en zwart vlinderstrikje zien we voor het eerst in Het bevroren vuur. Het verhaal De poppenpakker draait zelfs rond Lambiks strikje. Tegenwoordig zien we hem met een blauwe broek en een paar gympen er onder, maar zijn witte overhemd en bijbehorend strikje draagt hij nog altijd.

De humoristische factor

Lambik heeft waarschijnlijk de grootste karakterontwikkeling ondergaan. Hij wordt eerst neergezet als verstrooid - dat verklaart hij immers zelf tijdens zijn eerste gesprek met Suske en Wiske - en onnozel. Later weliswaar wat slimmer, maar ook ijdel, hebzuchtig, egocentrisch en zelfoverschattend. Een totaal andere Lambik zien we in de blauwe reeks. Deze verhalen zijn gemaakt voor het weekblad Kuifje. Dat lezerspubliek is wat meer elitair, dus moest dat volkse van Hergé (de maker van Kuifje) verdwijnen. In deze verhalen is Lambik een intelligente man. Hij is bijvoorbeeld een wetenschapper, kleedt zich goed en doet aan schermen (net als Willy Vandersteen overigens). Veel meer een voorbeeldig vaderfiguur voor Suske en Wiske dan in de rode reeks.

Een heel andere Lambik zien we in de Blauwe Reeks (Fragment uit De gezanten van Mars).

In de blauwe reeks zien we een heel andere Lambik (Fragment uit De gezanten van Mars).

"Miljaar!" is een veel gebruikte uitspraak van Lambik (uit De woelige wadden)De Lambik zoals we die van de rode reeks kennen, komt naar eigen zeggen van Willy Vandersteen zelf, al omschrijft hij in een interview met het weekblad Elsevier in 1973 Lambiks karakter als volgt: “Dat is de figuur waar alle goede en slechte menselijke eigenschappen ingestopt zijn. Hij is hebzuchtig en loyaal, laf en dapper, soms sterk dan weer slap als een vaatdoek, driftig en de kalmte zelf, verwaand en soms nederig, slim en soms oerstom”.

Lambik zorgt voor de humor in de verhalen. Door zijn onnozelheid, maar toch ook doordat hij dapper is, belanden ze van het ene avontuur in het andere. Een bekende uitspraak van hem is “miljaar!”, wanneer er iets misgaat.

Lambik is een gevoelig man. Hij laat zich relatief makkelijk verleiden door rijkdom en aanzien. Hij verlaat zijn vrienden als er kansen liggen om snel geld te verdienen of aanbeden te worden. In De geverniste zeerovers zien we hem voor het eerst heel kapitalistisch. In De poenschepper verkwanselt hij zijn eigen hart aan het grootkapitaal, in De bezeten bezitter gaat hij als een Rambo in het Braziliaanse oerwoud op zoek naar goud in een stuk door hem aangekochte grond en in Het lijdende Leiden is hij een gewetenloze deurwaarder die Sidonia uit haar huis wil zetten. Aanbeden wordt hij ook. Lambik uit De wilde weldoenerIn De wilde weldoener strooit hij met geld, in Lambik Baba is hij een heilige en in De zalige ziener heeft hij een amulet in handen waarmee hij de toekomst van anderen kan voorspellen. 

Hij gaat graag een pint drinken in een café. Soms iets teveel. In De speelgoedspiegel en Jeanne Panne zien we hem zelfs dronken.

Lambik is vrijgezel, nooit getrouwd en heeft nooit een serieuze relatie gehad. De gevoelens van Sidonia worden op één keer na (in De tragische tante, tijdens een hypnose) nooit beantwoord. Sterker nog, hij bespot regelmatig haar slanke lijn of grote voeten. Trouwen zal hij nooit met Sidonia, dat is immers testamentair door Vandersteen vastgelegd. In De blikken blutser wijst Wiske hem erop dat hij met Sidonia kan trouwen, maar die gedachte wijst hij resoluut van de hand.

Ook het vrouwelijk schoon kan hem makkelijk verleiden. In De amoureuze amazone stelt hij Sjenoffel aan zijn vrienden voor, al blijkt zij een spionne te zijn. In De tedere Tronica krijgt hij - met Jerom samen - gevoelens voor Tronica, een vrouwelijke robot, uitgevonden door professor Barabas. In De mysterieuze mijn laat hij zich verleiden door Leyn Wecks.

Jerom is eigenlijk zijn grootste rivaal. Lambik vindt zichzelf een geboren leider en gaat vaak de concurrentiestrijd met hem aan. Bijvoorbeeld in De zwarte zwaan waarin ze beiden journalisten zijn. Uiteindelijk is Jerom toch wel zijn grootste vriend. In De tragische tante wordt daar nog een opmerkelijk grapje over gemaakt...

Zijn Jerom en Lambik gewoon vrienden of is er toch meer?... Fragment uit De tragische tante.

Lambik zal nooit trouwen met Sidonia, maar Lambik en Jerom als liefdeskoppel?... Dat zou eventueel wél kunnen. Scenarist Peter van Gucht heeft het als grapje verwerkt op het einde van het kortverhaal De tragische tante.

Familiebanden

Arthur, de broer van Lambik (uit De vliegende aap)Lambik is geen familie van Suske en Wiske. Hij is een huisvriend en komt regelmatig langs bij Sidonia thuis om een bordje mee te eten of we zien hem in de zetel de krant lezen. Hij woont samen met Jerom in een huis in de buurt. Al in het tweede verhaal waarin Lambik meedoet (De vliegende aap) maken we kennis met Lambiks broer Arthur. Hij kan vliegen. Enkele albums later (De tamtamklopper) duikt Lambiks vader Papal-Ambik op. Een hele verre voorvader is Lambiorix, uit de tijd van de Galliërs. Andere voorouders zijn Johan Matheus Lambik (De bokkerijders) en Hippoliet Lambik (De formidabele fantast). In Tante Biotica zien we zijn tante die duidelijk op hem lijkt. In Krimsonia zien we zijn grootvader, al is dat enkel op een foto.

De auto's van Lambik

Lambik heeft een nieuwe Suzuki Vitara gekocht (uit De Tootootjes)Lambik heeft heel wat verschillende auto's in zijn bezit gehad. Meestal zijn het de modellen waar Vandersteen op dat moment in rijdt. Het begint met een Citroën Traction Avant, waarvan hij er meerdere in de prak rijdt. Het kenteken is bijna hetzelfde als die van Vandersteen (in De bronzen sleutel zelfs de exacte). In de verhalen erna rijdt hij rond in een Willys Jeep, waarop er een Studebaker volgt. Vanaf De wilde weldoener zien we hem vele jaren in verschillende Ford modellen rijden. Niet zonder reden, want Vandersteen kreeg elke twee jaar een nieuwe Ford voor de helft van het geld in ruil voor de aanwezigheid in de strips. Vanaf De tamme Tumi rijdt hij in een blauwe Suzuki 4x4, die in De Tootootjes wordt ingeruild voor een Suzuki Vitara die we daarna nog heel vaak voorbij zien rijden. Deze Suzuki's waren juist de auto's van Paul Geerts. Opvallend is dat Lambik zijn nieuwe Suzuki toont en Suske roept “Een Jeep!”. Oei, dat is een ander merk... Luc Morjaeu en Peter van Gucht hebben Lambik een oude gele Fiat 500 gegeven.

De meeste hoofdrollen

Vanaf het eerste moment is Lambik toch wel de rode draad in de Suske en Wiske-avonturen. Van iedereen heeft Lambik de meeste hoofdrollen in de Suske en Wiske-albums gescoord. Vandersteen wist al meteen dat dit niet zomaar een nevenfiguur zou worden, want alle verhalen direct na zijn eerste optreden in De sprietatoom draaien om Lambik: De vliegende aap, De Zwarte Madam, Prinses Zagemeel, De bokkerijder en De witte uil. Uitzondering is De koning drinkt waar hij niet lijkt te bestaan. Andere voorbeelden van typische Lambik-avonturen zijn Lambiorix, De wilde weldoener, De poenschepper, De raap van Rubens, De krachtige krans, De komieke Coco, De bezeten bezitter, Lambik Baba, Robotkop, De blote Belg, De zalige ziener, De microkomiek, De werken van Lambik en Taxi Tata. En dan is er natuurlijk de blauwe reeks (de acht verhalen die in Kuifje Weekblad verschenen), waarin hij prominent aanwezig is.

Andere Lambik-reeksen

De Grappen van Lambik 5Lambik slaat al snel aan bij de lezers. Hij is immers de komische noot, maar ook de kluns waardoor hij en zijn vrienden in een nieuw avontuur belanden én toch weer de dappere held die zorgt dat ze het tot een goed einde brengen. Vandersteen weet het personage Lambik goed uit te melken. Al vanaf 1948 verschijnen er korte stripjes met Lambik in de hoofdrol, voor het Belgische weekblad Ons Volk en het Nederlandse weekblad De Linie. Van 1948 t/m 1950 verschijnen 'De avonturen van Lambik' in Ons Parochieblad (deze werden later bekend als De gekalibreerde kwibus). In 1950 en 1951 wordt hij ingezet voor een reclamecampagne van het Algemeen Christelijk Werkgeversverbond en verschijnen er zes stripjes. Het grootste spin-off succes is de reeks De grappen van Lambik. Deze gags van telkens één pagina worden tussen 1954 en 1963 in het Belgische weekblad De Bond gepubliceerd. Suske, Wiske en Sidonia zijn er soms ook bij, maar zij hebben in deze serie duidelijk de bijrol. In totaal verschijnen er zeven albums van deze De grappen van Lambik. In 2004 start Standaard Uitgeverij met een nieuwe reeks De grappen van Lambik. De eerste drie albums bevatten oude grappen, maar deel vier t/m zeven zijn volledig nieuw. Verder zijn er nog korte stripjes van Lambik, die worden opgevolgd door de Lambik-Files (o.a. voor de Familiestripboeken vanaf eind jaren '90).

Lees ook over de andere personages:
Suske
Wiske
Tante Sidonia
Jerom
Schanulleke
Professor Barabas
Krimson
Of ga naar het overzicht van alle Suske en Wiske-personages.

Reageer op dit artikel

Gerelateerd nieuws